Shutterstock Geld En Hamer

Niet van toepassing zijnde algemene voorwaarden komt asbestinventarisatiebedrijf zeer duur te staan

12 november 2025

Onlangs deed de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak over een kwestie waarin een zeer hoog bedrag aan schadevergoeding werd gevorderd van een asbestinventarisatiebedrijf vanwege het missen van asbestbronnen in een asbestinventarisatierapport. In een eerdere tussenuitspraak was al vastgesteld dat de algemene voorwaarden van het asbestinventarisatiebedrijf niet van toepassing waren en dat het asbestintventarisatiebedrijf inderdaad tekort was geschoten in de uitvoering van de opdracht.

Het geschil

De Stichting Studenten Huisvesting (hierna: SSH), een studentenhuisvester gevestigd te Utrecht, verleent een asbestinventarisatiebedrijf opdracht om een asbestinventarisatie uit te voeren in een groot gebouw en daarvan een rapport op te stellen.

Het opgestelde rapport geeft een onvolledig beeld van de asbesthoudende materialen in het gebouw. Uit later onderzoek blijkt namelijk dat in het gebouw zich ook asbesthoudende brandschotten bevonden in de kelder en op verdiepingen 1 tot en met 8 en er was sprake van asbesthoudende beplating en plafondbeplating op verdieping 9, asbesthoudende kitresten achter de omkasting van convectoren, asbesthoudende stelplaatjes, asbesthoudend bitumen en asbesthoudende beglazingskit.

In een tussenvonnis heeft de rechtbank beslist dat het inventarisatiebedrijf niet heeft gehandeld zoals een goed en zorgvuldig handelend en redelijk bekwaam vakgenoot in de gegeven omstandigheden had moeten doen. Het asbestinventarisatiebedrijf is daarmee tekortgeschoten in haar inspanningsverplichting en is daarom aansprakelijk voor de schade die SSH daardoor heeft geleden. SSH vordert een schadevergoeding van ruim twee miljoen euro.

In de onlangs gewezen uitspraak staat het causale (oorzakelijke) verband tussen het tekortschieten van het asbestinventarisatiebedrijf en de geleden schade en de bepaling van hoogte van de schadevergoeding centraal.

 

De beoordeling door de rechter

De door SSH gevorderde schadevergoeding bestaat uit drie schadeposten. De eerste daarvan betreft de meerkosten die SSH heeft moeten maken door de extra saneringswerkzaamheden. De tweede post betreft de kosten die SSH vanwege vertraging heeft moeten voldoen aan opvolgende aannemers. De derde post betreft de extra kosten voor de aanvullende asbestinventarisatierapporten.

Ten aanzien van de eerste post is de rechtbank van oordeel dat SSH bij het aangaan van een overeenkomst met de saneerder geen rekening hoefde te houden met de mogelijkheid dat het eerste asbestinventarisatierapport onvolledig kon zijn. Daarom bestaat een causaal verband tussen de kosten van het meerwerk en de tekortkoming van het asbestinventarisatiebedrijf.

Door de extra asbestbronnen is daarnaast ook vertraging ontstaan in de oplevering van het gehele project. SSH heeft daardoor aan de andere aannemers aanzienlijke kosten voor bouwtijdverlenging moeten voldoen. De rechtbank is van oordeel dat deze kosten zijn veroorzaakt door het onvolledige asbestinventarisatierapport. Ook ten aanzien van de kosten voor de aanvullende asbestinventarisatierapporten oordeelt de rechtbank dat deze kosten zijn veroorzaakt door de tekortkoming van het asbestinventarisatiebedrijf.

Om de hoogte van de te vergoeden schade vast te stellen, vergelijkt de rechter de feitelijke situatie zoals die bestaat na de tekortkoming met de hypothetische situatie die er zou zijn zonder de tekortkoming van het asbestinventarisatiebedrijf. Het asbestintventarisatiebedrijf wordt veroordeeld tot vergoeding van de gehele gevorderde schadevergoeding van ruim twee miljoen euro.

 

Conclusie en advies

In een eerdere tussenuitspraak in deze zaak heeft de rechter geoordeeld dat de algemene voorwaarden van het asbestinventarisatiebedrijf niet van toepassing zijn op de overeenkomst tussen het asbestinventarisatiebedrijf en SSH. Als dat wel het geval was geweest, was de aansprakelijkheid van het asbestinventarisatiebedrijf beperkt gebleven tot maximaal het bedrag van de advieskosten. De aansprakelijkheid van het asbestinventarisatiebedrijf zou dan slechts € 21.995,- hebben bedraagd.

Deze uitspraak onderstreept het grote belang van goede algemene voorwaarden en ook het juiste gebruik daarvan. Als het betrokken asbestinventarisatiebedrijf dat laatste had gedaan, was de kans groot dat de schade beperkt was gebleven tot slechts een fractie van het nu te vergoeden bedrag.

Wanneer tijdens een inventarisatie een bron wordt gemist, kunnen de kosten snel oplopen. Het is zaak om daar te allen tijde bewust van te blijven en dat begint tijdens de opdrachtvorming.

Vragen over het opstellen van algemene voorwaarden en het gebruik daarvan? Wij denken graag mee.

 

Auteur:

Regelmatig op de hoogte blijven van de laatste juridische ontwikkelingen?