De Omgevingsdienst van midden en west Brabant (de ‘Omgevingsdienst’) heeft een Europese openbare aanbesteding georganiseerd voor het leveren, onderhouden en ter beschikking stellen van een GIS/GEO platform. Een geografisch informatiesysteem (GIS) is een informatiesysteem waarmee (ruimtelijke) gegevens of informatie over geografische objecten, zogeheten “geo-informatie” kan worden opgeslagen, beheerd, bewerkt, geanalyseerd, geïntegreerd en gepresenteerd.
Er schrijven vijf partijen in, waaronder MapGear en GeoNovation. De Omgevingsdienst gunt de opdracht voorlopig aan GeoNovation, MapGear eindigt op de tweede plek. MapGear kan zich hier niet in vinden en vraagt verduidelijking aan de Omgevingsdienst. Concreet vraagt zij de Omgevingsdienst om haar inzage te geven in onder andere de toepassing van de kwaliteitscriteria bij de beoordeling van haar inschrijving in vergelijking met de winnende inschrijver (GeoNovation). Deze informatie is ook verstrekt door de Omgevingsdienst. Op basis daarvan stelt MapGear zich vervolgens op het standpunt dat de Omgevingsdienst haar eigen beoordelingsmethodiek niet heeft gevolgd en dat het gunningsbesluit daarom niet in stand kan blijven. De Omgevingsdienst heeft het bezwaar van MapGear afgewezen, waarna MapGear een kort geding start.
In deze procedure vordert MapGear primair een verbod tot gunning aan GeoNovation en, indien de Omgevingsdienst alsnog tot gunning wenst over te gaan, een verbod om de opdracht aan een ander dan MapGear te gunnen.
MapGear stelt zich in de procedure op het standpunt dat de Omgevingsdienst op drie punten is afgeweken van de door haar in de aanbestedingsstukken voorgeschreven gunningsmethodiek. Volgens MapGear heeft de Omgevingsdienst ten onrechte meerwaarde toegekend aan het door GeoNovation aangeboden dataportaal (I) en aan het relateren van kaartlagen door Geonovation (II).
De Omgevingsdienst stelt zich kort gezegd op het standpunt dat zij de beoordelingsmethodiek wel degelijk juist heeft toegepast.
De voorzieningenrechter neemt bij de beoordeling tot uitgangspunt dat de Omgevingsdienst – als aanbestedende dienst – een ruime beoordelingsvrijheid heeft bij een beoordeling aan de hand van kwalitatieve criteria, zolang zij maar transparant handelt en de inschrijvers gelijk behandelt. Deze verplichtingen vloeien voort uit artikel 1.8 en 1.9 van de Aanbestedingswet. De rechter heeft slechts een beperkte toetsingsvrijheid wanneer het aankomt op de beoordeling volgens een kwalitatief criterium. Voor ingrijpen door de rechter is slechts plaats in geval van kennelijke procedurele of inhoudelijke onjuistheden, die kunnen brengen dat de gunningsbeslissing niet deugt.
Vervolgens gaat de voorzieningenrechter eerst in op het bezwaar van MapGear, inhoudende dat de Omgevingsdienst ten onrechte meerwaarde aan de inschrijving van GeoNovation heeft toegekend voor het aanbieden van een dataportaal, terwijl de Omgevingsdienst dat element expliciet buiten de scope van de aanbestede opdracht had gehouden. Daarom mocht het door GeoNovation aangeboden dataportaal niet betrokken worden bij de beoordeling en had de Omgevingsdienst daaraan geen meerwaarde mogen toekennen, aldus MapGear.
De voorzieningenrechter overweegt dat de Omgevingsdienst alle aanbieders gelijk moet behandelen, maar ook dat zij, mede met het oog op een goede controle achteraf, een duidelijk inzicht moeten hebben in de voorwaarden waaronder de aanbesteding plaatsvindt, zoals de selectiecriteria. In de aanbestedingsdocumenten is bepaald dat het dataportaal buiten de scope van de aanbesteding valt.
Dit betekent naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat daaraan geen meerwaarde mag worden toegekend als toch een dataportaal wordt aangeboden, zelfs als daardoor iets extra’s wordt aangeboden ten opzichte van de minimale eisen en behoeften en wensen van de Omgevingsdienst. Een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver mocht er daarom volgens de voorzieningenrechter vanuit gaan dat een dataportaal (in al haar verschijningsvormen) buiten de scope van de aanbesteding zou vallen. De Omgevingsdienst heeft, door toch meerwaarde toe te kennen aan het door GeoNovation aangeboden dataportaal, afgeweken van de voorgeschreven beoordelingsmethodiek en daarmee heeft zij in strijd gehandeld met het gelijkheids- en transparantiebeginsel, wat niet is toegestaan. Dit betekent dat de Omgevingsdienst aan dit deel van de inschrijving van GeoNovation ten onrechte een score B (‘goed met zeker toe te passen meerwaarde’) heeft toegekend, terwijl zij de score C (‘voldoende zonder toe te passen meerwaarde’) had moeten toekennen. MapGear wordt op dit punt dus in het gelijk gesteld door de voorzieningenrechter.
Vervolgens behandelt de voorzieningenrechter het standpunt van MapGear dat de Omgevingsdienst aan de inschrijving van GeoNovation ten onrechte meerwaarde (en dus een score ‘B’) heeft toegekend voor de mogelijkheid om verschillende kaartlagen aan elkaar te relateren, zonder dat alle kaartlagen aan hoeven te staan. Deze functionaliteit was namelijk al een onderdeel van de door de Omgevingsdienst gepubliceerde wensenlijst. De door GeoNovation aangeboden functionaliteit biedt volgens MapGear geen meerwaarde die uitstijgt boven de eisen en wensen van de Omgevingsdienst, maar sluit daar enkel bij aan. Partijen zijn het erover eens dat als enkel wordt voldaan aan de omschrijving van de eisen- en wensenlijst van de Omgevingsdienst, daar in het kader van de subjectieve kwaliteit geen aanvullende meerwaarde aan moet worden toegekend. De Omgevingsdienst heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat de door GeoNovation aangeboden oplossing meer biedt dan zoals in de eisen- en wensenlijst door de Omgevingsdienst is gevraagd. Volgens de Omgevingsdienst maakt deze oplossing het namelijk niet alleen mogelijk om kaartlagen aan elkaar te relateren, maar is het daarbij ook mogelijk om een zogenoemde ‘buffer’ of ‘zoekstraal’ te definiëren.
Daarover overweegt de voorzieningenrechter als volgt. De Omgevingsdienst heeft in de nadere – door MapGear verzochte - motivering de redenen van de (voorlopige) gunning aan GeoNovation uiteengezet en de kenmerken en voordelen van de inschrijving van GeoNovation ten opzichte van die van MapGear. In die nadere motivering heeft de Omgevingsdienst de mogelijkheid van het definiëren van een buffer of zoekstraal niet genoemd als meerwaarde. Dat heeft zij ook later niet gedaan in een brief waarin zij het bezwaar van MapGear heeft afgewezen. MapGear stelt terecht dat de tijdens de mondelinge behandeling door de Omgevingsdienst gegeven toelichting met betrekking tot het mogelijk definiëren van een buffer of zoekstraal geen verduidelijking is van de al gegeven motivering met betrekking tot het aan elkaar relateren van kaartlagen, maar dat dit een essentiële aanvulling is op die motivering. Op grond van artikel 2.130 van de Aanbestedingswet is de aanbesteder verplicht om de relevante redenen voor de gunning in de mededeling van de gunningsbeslissing op te nemen. Op grond van vaste rechtspraak van de Hoge Raad moet een gunningsbeslissing volledig gemotiveerd worden en is latere aanvulling van de relevante redenen, behoudens bijzondere redenen of omstandigheden, niet mogelijk. De Omgevingsdienst heeft niet gesteld dat sprake is van bijzondere redenen of omstandigheden. Dat betekent dat de mogelijkheid van het definiëren van een buffer of zoekstraal niet kan leiden tot meerwaarde. De voorzieningenrechter is van oordeel dat door de Omgevingsdienst niet voldoende gemotiveerd is onderbouwd op welke punten de inschrijving van GeoNovation met betrekking tot dit subgunningscriterium een meerwaarde heeft ten opzichte van de door haar gestelde eisen en wensen. Dat betekent dat er sprake is van een inhoudelijke onjuistheid omdat gezien deze omstandigheden aan dit gunningscriterium niet de score ‘B’, maar de score ‘C’ toegekend had moeten worden.
Dit alles leidt tot de conclusie dat de inschrijving van GeoNovation op twee subgunningscriteria ten onrechte met een score ‘B’ is beoordeeld, terwijl een score ‘C’ had moeten worden toegekend. Gerekend met die (aangepaste) scores had niet GeoNovation, maar MapGear de economisch meest voordelige inschrijving ingediend. In het verlengde daarvan is de voorzieningenrechter van oordeel dat de opdracht aan haar gegund had moeten worden. De primaire vordering van MapGear wordt daarom toegewezen.
De uitspraak van de voorzieningenrechter bevestigt allereerst dat het zeer nuttig kan zijn om de aanbestedende dienst om nadere uitleg te vragen met betrekking tot de inhoudelijke beoordeling van de kwalitatieve criteria. De aanvullende informatie en motivering die de eisende partij (MapGear) door haar verzoek in haar bezit kreeg, was de munitie die zij nodig had om haar standpunten in het door haar gestarte kort geding te kunnen onderbouwen.
Daarnaast bevestigt deze uitspraak dat er voor de rechter wel degelijk ook omstandigheden zijn waarin hij kan ingrijpen in de inhoudelijke beoordeling van kwalitatieve criteria. Dit is dus het geval als kan worden aangetoond dat de aanbestedende dienst bij de beoordeling buiten haar eigen beoordelingskader is getreden. Hoewel de aanbestedende dienst veel beoordelingsvrijheid heeft bij het beoordelen van de inschrijvingen, geldt als ondergrens dus wel dat zij het gelijkheids- en transparantiebeginsel moet eerbiedigen en de inschrijvingen moet beoordelen conform het beoordelingskader dat zij in de aanbestedingsstukken heeft opgenomen.
Ben u het niet eens met een (voorlopig) gunningsbesluit, wacht dan niet te lang en kom in actie. Doorgaans wordt in een voorlopig gunningsbesluit namelijk een vervaltermijn van slechts 20 kalenderdagen opgenomen, waarbinnen een kort geding aanhangig moet worden gemaakt. Na verloop van deze termijn is het in principe niet meer mogelijk om een (voorlopig) gunningsbesluit juridisch aan te vechten. De aanbestedingsrechtspecialisten van LXA staan voor u klaar om u hierin te adviseren.
Wilt u meer informatie over dit onderwerp, wenst u advies in een lopende kwestie of wilt u bijgestaan worden in een procedure, neem dan vrijblijvend contact op met onze specialisten op het gebied van het aanbestedingsrecht: Rianne van Pelt, Tim Segers en Inge Franken