Het faillissement heeft ingrijpende gevolgen voor een onderneming of persoon. Door het faillissement kan niet meer vrijelijk over het vermogen worden beschikt en worden alle bezitting verkocht zodat van de verkoopopbrengst schulden kunnen worden betaald. Dit roept de vraag op wanneer een faillissement passend en gerechtvaardigd is.
In de wet zijn verschillende aspecten van de faillietverklaring opgenomen, zoals het criterium voor faillietverklaring, de beslisprocedure, wie er failliet verklaard kunnen worden, wie het faillissement kunnen aanvragen en welke rechtsmiddelen beschikbaar zijn. Een faillissement kan ook worden uitgesproken op eigen aangifte.
In deze bijdrage zal worden ingegaan op het faillissementsverzoek door een schuldeiser en de vereisten van faillietverklaring. De faillietverklaring op eigen aangifte blijft buiten beschouwing. De onderneming of persoon waarvan het faillissement wordt aangevraagd wordt hierna ook ‘de schuldenaar’ genoemd.
De faillissementsprocedure start met het indienen van een verzoekschrift tot faillietverklaring. Dit kan op verzoek van een of meer schuldeisers of op vordering van het Openbaar Ministerie om redenen van openbaar belang.
Het faillissementsverzoek staat er ook om bekend een incassomiddel te zijn. Het komt vaak voor dat de schuldenaar om zijn naderende faillissement te voorkomen alsnog betaalt of een betalingsregeling treft met de schuldeiser. De meeste faillissementsverzoeken volbrengen daardoor de weg naar de rechter niet, maar worden ingetrokken.
Als er geen regeling wordt getroffen zal de rechter bepalen of de schuldenaar failliet moet worden verklaard. Een rechter verklaart een schuldenaar failliet als die verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen. Om te bepalen of van de faillissementstoestand sprake is, toetst de rechter aan twee voorwaarden:
Op grond van het pluraliteitsvereiste is in ieder geval vereist dat de schuldenaar meer dan één schuldeiser heeft. Het doel van een faillissement is namelijk het verdelen van het vermogen van de schuldenaar onder alle gezamenlijke schuldeisers. Vorderingen van andere schuldeisers, die de aanvrager van een faillissement aanvoert om te voldoen aan het pluraliteitsvereiste, worden aangeduid als ‘steunvorderingen’. Een steunvordering hoeft niet opeisbaar te zijn, de omvang van de steunvordering hoeft niet vast te staan en de vordering hoeft geen betrekking te hebben op de betaling van een geldsom. De eigenaar van de steunvordering hoeft overigens niet in te stemmen met het gebruik van deze vordering als steunvordering. Het kan dus voorkomen dat er wel een faillissement wordt uitgesproken terwijl de eigenaar van de steunvordering niet bekend is met de faillissementsaanvraag of zelfs dat hij niet wil dat er een faillissement wordt uitgesproken.
Als aan het pluraliteitsvereiste is voldaan dient nog te worden onderzocht of de schuldenaar in de toestand verkeert van te hebben opgehouden te betalen. Maar wat houdt “de toestand van te hebben opgehouden te betalen” eigenlijk in? Voor het aannemen van die toestand is niet vereist dat het vermogen onvoldoende is om de opeisbare schulden te voldoen, of dat de schulden groter zijn dan de bezittingen. Doorslaggevend is dat de schulden in de praktijk niet worden betaald, terwijl ze wel betaald moeten worden. De term ‘betalen’ ziet ook op het nakomen van een andere verbintenis dan een betalingsverbintenis, zoals verplichting tot het leveren van een gekochte zaak.
De faillietverklaring wordt uitgesproken als summierlijk blijkt van feiten en omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar verkeert in een toestand te hebben opgehouden te betalen. ‘Summierlijk blijken’ wil zeggen dat zowel de toestand als de vordering na een kort, eenvoudig onderzoek moet blijken. In een faillissementsprocedure is geen ruimte voor uitgebreide bewijsleveringen. Als de faillietverklaring wordt uitgesproken zal de rechtbank een curator benoemen die het faillissement moet afwikkelen en een rechter-commissaris die toezicht houdt op de curator.
Een faillissementsprocedure is een krachtig juridisch (incasso)middel, maar ook een ingrijpend middel met verstrekkende gevolgen. Daarom is het belangrijk om goed te begrijpen wanneer een faillissement kan worden uitgesproken en hoe een faillissementsprocedure wordt gestart. Bepalend is of aan de wettelijke voorwaarden voor faillietverklaring is voldaan, zoals het pluraliteitsvereiste en de toestand te hebben opgehouden te betalen.
Ons team staat klaar om u te begeleiden en te adviseren met uw vragen omtrent de faillissementsprocedure, het beoordelen van een verzoek of het zoeken naar alternatieven. Wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan gerust contact met ons op.