Scheepswerf zonder inventarisatierapport ontspringt de dans

SCHEEPSWERF ZONDER INVENTARISATIERAPPORT ONTSPRINGT DE DANS

4 mei 2016

Als te verwachten valt dat in het bouwwerk of object asbest zit, is bij het afbreken of uit elkaar nemen daarvan een inventarisatierapport verplicht. Dit bepaalt artikel 3 van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 (Avb). Bij overtreding van die bepaling is de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu bevoegd handhavend op te treden. Tegen wie de staatssecretaris handhavend kan optreden, oordeelde de hoogste bestuursrechter in een uitspraak van 3 februari 2016.

Feiten

Een scheepswerf uit Vlissingen repareerde en verbouwde een schip in opdracht van een Engelse rederij. De staatssecretaris legde aan de scheepswerf een last onder dwangsom op, omdat zij niet beschikte over een asbestinventarisatierapport. Hoewel de scheepswerf erkende dat zij geen asbestinventarisatierapport had, stelde zij dat de staatssecretaris niet bevoegd was om tegen haar handhavend op te treden.

De Raad van State

De bestuursrechter stelde de scheepswerf in het gelijk. Op grond van artikel 5:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan de overheid namelijk alleen handhavend optreden tegen de overtreder. Artikel 3 Avb richt zich echter (kort gezegd) tot de eigenaar van het asbest. Dat was in dit geval de Engelse rederij. De staatssecretaris was dan ook niet bevoegd om aan de scheepswerf een last onder dwangsom op te leggen.

Advies

Als de overheid handhavend optreedt wordt vaak eerst gekeken wie in staat is om de overtreding op te heffen, of wie voldoende geld bezit om de dwangsom of de kosten van bestuursdwang te betalen. Ook in deze zaak was de keuze op zich begrijpelijk dat handhaving werd toegepast op de scheepswerf. Handhaving tegen de eigenaar van het asbest was namelijk lastig omdat dit een Engels bedrijf was. Net als in deze zaak wordt ‘in the heat of the moment’ dan weleens vergeten tegen wie juridisch gezien kan worden opgetreden. Kiest de overheid voor de verkeerde partij (of de verkeerde juridische grondslag), dan kan deze partij de dans ontspringen, indien zij het handhavingsbesluit aanvecht. Bij succes hoeven zij namelijk de (vaak hoge) dwangsommen of kosten van bestuursdwang niet te betalen. Aan bedrijven die worden geconfronteerd met handhaving, is het dan ook aan te raden dat zij de last laten toetsen door een juridisch specialist.

De advocaten van LXA – The Law Firm hebben ruime ervaring met het aanvechten van handhavingsbesluiten. Wilt u meer informatie over dit onderwerp of advies over uw kansen op een succesvolle procedure tegen een handhavingsbesluit? Neem dan vrijblijvend contact op met onze specialisten: Tim Segers, Peter Huijbregts en Jelle Bekke.

Meer weten? Neem contact op met: