WIJZIGINGSBEDING IN EEN B2B-RELATIE

WIJZIGINGSBEDING IN EEN B2B-RELATIE

21 juni 2017

In veel algemene voorwaarden in een B2B-relatie is een zogenaamd wijzigingsbeding opgenomen. Dit beding biedt de gebruiker van de algemene voorwaarden de mogelijkheid om eenzijdig wijzigingen in (onderdelen van) de algemene voorwaarden door te voeren, die tevens doorwerken in de tussen partijen gesloten (en nog te sluiten) overeenkomsten. Op deze manier kan de gebruiker bijvoorbeeld wijzigingen in op haar geldende regelgeving doorvoeren in de bestaande overeenkomst. Uiteraard kan toepassing van het wijzigingsbeding grote gevolgen hebben voor de wederpartij. In dit artikel wordt kort stilgestaan bij het wijzigingsbeding en wat de mogelijkheden van de wederpartij zijn om zich tegen (toepassing van) het wijzigingsbeding te verweren.

Toepasselijkheid wijzigingsbeding

Voor het overeenkomen van een wijzigingsbeding gelden dezelfde regels als voor het overeenkomen van de overige bedingen in de algemene voorwaarden. Om algemene voorwaarden onderdeel te laten zijn van de overeenkomst, dienen deze vóór of bij het sluiten van een overeenkomst van toepassing te worden verklaard. Indien de algemene voorwaarden vóór of bij het sluiten van de overeenkomst van toepassing worden verklaard en de wederpartij de toepasselijkheid niet betwist, zijn de algemene voorwaarden van toepassing op de rechtsverhouding van partijen. Dit geldt met betrekking tot de gehele set van algemene voorwaarden en derhalve ook voor het in deze set opgenomen wijzigingsbeding. Zoals volgt uit artikel 6:232 BW is voor de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden niet relevant of de wederpartij de inhoud van de algemene voorwaarden daadwerkelijk kent.

Ook de wijziging van de algemene voorwaarden zelf dient kenbaar te worden gemaakt aan de wederpartij. Indien de algemene voorwaarden zouden kunnen worden gewijzigd zonder dit aan de wederpartij kenbaar te maken, zou daarmee immers de wettelijke regeling omtrent algemene voorwaarden worden uitgehold.

Verweer tegen wijzigingsbeding

De wet biedt in artikel 6:233 BW twee grondslagen om bedingen in de algemene voorwaarden te vernietigen. De eerste mogelijkheid bestaat indien de gebruiker van de algemene voorwaarden niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Dit ziet doorgaans op de gehele set van algemene voorwaarden en wordt in dit artikel verder buiten beschouwing gelaten.

De tweede mogelijkheid om een beding uit de algemene voorwaarden te vernietigen, bestaat indien een beding in de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. De vraag of een wijzigingsbeding in de algemene voorwaarden an sich steeds onredelijk bezwarend is, wordt door de wetgever niet beantwoord. Wel is in artikel 6:237 aanhef en sub c bepaald dat een beding wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn indien het beding de gebruiker de bevoegdheid geeft om een prestatie te verschaffen die wezenlijk van de overeengekomen prestatie afwijkt.

Indien een beding aan dit criterium voldoet, wordt ‘vermoed’ dat het beding onredelijk bezwarend is. Dat betekent dat in beginsel wordt aangenomen dat het beding onredelijk bezwarend is, maar dat de gebruiker de mogelijkheid heeft om tegenbewijs te leveren.

Artikel 6:237 aanhef en onder c bepaalt verder dat een wijzigingsbeding niet wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn, indien de wederpartij bij toepassing van het wijzigingsbeding bevoegd is in dat geval de overeenkomst te ontbinden.Een wijzigingsbeding waarbij aan de wederpartij de mogelijkheid wordt geboden om de overeenkomst te ontbinden vanwege de gewijzigde voorwaarden, is derhalve niet in algemene zin reeds op voorhand onredelijk bezwarend.

Deze regeling, waarin de wederpartij van de gebruiker van de algemene voorwaarden wordt beschermd, geldt echter enkel indien de wederpartij van de gebruiker een consument is. Dit betekent dat wanneer sprake is van een B2B relatie ook een wijzigingsbeding zonder de mogelijkheid om bij wijziging de overeenkomst te ontbinden niet al op voorhand wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn.

Toepassing wijzigingsbeding

Uit jurisprudentie volgt dat de toepassing van het wijzigingsbeding in het concrete geval kan maken dat het wijzigingsbeding alsnog als onredelijk bezwarend moet worden aangemerkt. Of daar in het concrete geval sprake van is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Zo is in de jurisprudentie bepaald dat partijen bij een overeenkomst voor onbepaalde tijd niet in redelijkheid mogen verwachten dat de voorwaarden die op de rechtsverhouding van toepassing zijn nooit zullen worden gewijzigd. Andere relevante omstandigheden zijn de aard en de inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop het beding is tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval waarbij in het bijzonder gedacht kan worden aan de nadelige gevolgen.

Zoals hiervoor besproken, wordt een wijzigingsbeding waarbij aan de consument de mogelijkheid wordt geboden om de overeenkomst bij toepassing van het beding te ontbinden, niet vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Daar de consument meer bescherming krijgt dan een onderneming, zal in een B2B-relatie niet snel sprake zijn van een onredelijk bezwarend wijzigingsbeding, indien aan de wederpartij de mogelijkheid wordt geboden om de overeenkomst bij toepassing van het beding te ontbinden. Of de wederpartij zich kan verweren tegen de wijziging van de algemene voorwaarden blijft echter steeds afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval.

Mocht u willen weten of in uw geval de wijziging deze toets kan doorstaan of mocht u andere vragen hebben over de toepassing van het wijzigingsbeding, neem dan contact op met één van onze specialisten.

Auteur:
Meer weten? Neem contact op met: