Shutterstock 767497198 (1)

Nieuwe afstandsgrens van 25 kilometer voor het berekenen van de stikstofdepositie

13 september 2021

In de huidige situatie wordt voor depositieberekeningen in het kader van de toestemmingsverlening onder de Wet natuurbescherming voor wegverkeer gerekend tot een maximale afstand van 5 kilometer. Voor andere bronnen dan wegverkeer geldt géén maximale rekenafstand, maar wordt de depositiebijdrage berekend tot een rekenkundige ondergrens van 0,005 mol/ha/jaar. Deze ongelijkwaardige behandeling van verschillende typen emissiebronnen is ongewenst. Mede daardoor wordt een nieuwe afstandsgrens van 25 kilometer voor het berekenen van stikstofdepositie doorgevoerd.

Stikstofdepositie: hoe wordt het berekend?

In Nederland wordt AERIUS Calculator versie 2020 (hierna: “AERIUS”) gebruikt om de stikstofdepositie te berekenen. Dit systeem voert op een ruimtelijke schaal van één hectare depositieberekeningen door. De vergunningverlener kan door middel van AERIUS inzicht verkrijgen in de effecten van het individuele project op de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden. Het wel of niet verlenen van een vergunning wordt op de uitkomsten van AERIUS gebaseerd.

Er bestaan binnen AERIUS twee verschillende rekenmethodes ter berekening van de stikstofdepositie:

  • Ten eerste is er de OPS (Operationele Prioritaire Stoffenmodel)-modelberekening voor alle broncategorieën, behalve voor projecten met een verkeersaantrekkende werking.
  • Ten tweede is er het SRM (Standaard Rekenmethode)-2-model voor het berekenen van de depositie voor projecten mét een verkeersaantrekkende werking. Gedacht moet worden aan zowel wegenprojecten, als aan de berekening van uitstoot van wegverkeer in plannen en projecten betreffende de industrie, woningbouw en landbouw.

De reden dat het SRM-2-model wordt ingezet voor berekeningen van wegverkeer, is omdat deze rekenmethode daarvoor het best geschikt is. Het SRM-2-model houdt rekening met wegkenmerken op de verspreiding, terwijl OPS is ontwikkeld voor stilstaande bronnen met een verticale uitstoot.

 

Stikstofdepositie: waarom een afstandsgrens van 25 kilometer?

Op 15 juli 2020 heeft het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof het eindrapport ‘Meer meten, robuuster berekenen’ uitgebracht. Dit adviescollege heeft als taak te beoordelen of de huidige meet- en rekensystematiek voor stikstofemissie en -depositie voldoende wetenschappelijke onderbouwing biedt voor het stikstofbeleid. In het eindrapport oordeelt het adviescollege dat het huidige gebruik van AERIUS niet als doelgeschikt voor toestemmingsverlening kan worden beoordeeld, nu er 1) een disbalans bestaat tussen het gewenste detailniveau van berekenen en onzekerheid van het rekenmodel en 2) er een ongelijke behandeling bestaat tussen verschillende typen emissiebronnen door het gebruik van verschillende onderliggende rekenmodellen bij de vergunningverlening. Naar aanleiding van deze aanbevelingen heeft het kabinet stappen gezet om de huidige systematiek en het bijbehorend instrumentarium te verstevigen.

Ten aanzien van de Nederlandse stikstofdepositie geldt dat het grootste gedeelte van de totale emissies neerslaat in het buitenland. Indien gekeken wordt naar de depositie binnen Nederland, dan staat vast dat gemiddeld 50% van de stikstofemissie neerslaat binnen een radius van 25 kilometer. Daarbij geldt dat hoe verder je van de bron verwijderd raakt, des te lager de depositiebijdrage zal zijn. Deze verspreiding van de depositiebijdrage is mede afhankelijk van het type bron. Zo geldt dat voor bronnen met een lage stikstofdepositie het aandeel van de stikstofemissie dat neerslaat kort bij de bron groter is. De afstandsgrens van 25 kilometer dient dan ook voornamelijk opgevat te worden als een te rechtvaardigen handvat in een beleidsmatige en juridische context. De keuze voor een afstandsgrens van 25 kilometer voor depositieberekeningen met AERIUS volgt uit technisch-modelmatige overwegingen. Immers, ten aanzien van de stikstofdepositie bestaat geen eenduidige afstand of waarde waarbij de berekende depositie niet meer aan een bron te relativeren valt. Evenwel neemt de onzekerheid om deze bijdrage aan een bron te relativeren toe, naarmate de afstand tot een bron toeneemt.

 

Wat betekent dit voor u?

De (decentrale) overheid heeft tijd nodig dit besluit op een juiste wijze te implementeren. Daarnaast dient ook de AERIUS Calculator en de onderliggende systemen aangepast te worden. De verwachting is daarom dat voor projectgerelateerde berekeningen de afstandsgrens in AERIUS eind 2021 of begin 2022 wordt doorgevoerd. Voor reeds gestarte procedures met wegverkeer geldt dat de nieuwe afstandsgrens per direct kan worden toegepast via AERIUS Connect.

Zoals gezegd geldt in de huidige situatie voor projecten zonder verkeersaantrekkende werking géén maximale afstandsgrens. Dit betekent dat de onderzoekskosten voor deze projecten in de toekomst lager worden. Immers, er hoeven minder natuurgebieden ecologisch beoordeeld te worden in een voortoets of een passende beoordeling. Andersom wordt voor projecten waarbij sprake is van een verkeersaantrekkende werking de maximale afstandsgrens verruimd van 5 naar 25 kilometer. Dit levert ten aanzien van deze projecten een grotere onderzoekslast op.

De afstandsgrens is niet alleen van toepassing op de berekening van depositietoenames, maar ook op de berekening van de effecten van de te nemen maatregelen. Extern salderen is hierdoor in de toekomst alleen mogelijk indien de te gebruiken depositieruimte van de andere individuele emissiebron zich binnen 25 kolometer van het te realiseren project bevindt. Daarmee beperkt de afstandsgrens dus ook de mogelijkheden om extern te salderen. Tegelijkertijd verkleint de afstandsgrens ook de behoefte om extern te salderen, nu er slechts tot 25 kilometer gemitigeerd hoeft te worden. Let wel: de afstandsgrens van 25 kilometer geldt slechts voor individuele projecten in het kader van de toestemmingsverlening. Voor de berekening van de totale deposities in het kader van de monitoring van de structurele aanpak stikstof geldt deze afstandsgrens niet.

 

Conclusie

Met de introductie van de afstandsgrens van 25 kilometer wordt het berekenen van de stikstofdepositie ten aanzien van individuele projecten met een verkeersaantrekkende functie verruimd, terwijl voor alle overige individuele projecten geldt dat de afstandsgrens ten aanzien van de depositieberekeningen een beperkende functie heeft. Indien u een individueel project start doet u er goed aan met deze aanpassing in de depositieberekening rekening te houden, nu deze wijziging van invloed kan zijn op de toestemmingsverlening en/of de te nemen mitigerende maatregelen.

Wilt u meer informatie over dit onderwerp, wenst u advies in een lopende kwestie of wilt u bijgestaan worden in een procedure, neem dan vrijblijvend contact op met een van onze specialisten op het gebied van natuurvergunningen.

Auteur: