WET AFWIKKELING MASSASCHADE IN COLLECTIEVE ACTIE

WET AFWIKKELING MASSASCHADE IN COLLECTIEVE ACTIE

12 maart 2019

De mogelijkheid ontstaat voor consumenten om hun schade collectief te verhalen. Er komt één regime voor alle collectieve schadevergoedingsacties. In dit artikel wordt het wetsvoorstel toegelicht.

Op 29 januari 2019 stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel waardoor de afwikkeling van massaschade eenvoudiger moet worden.  Het huidige regime met betrekking tot collectieve acties laat te wensen over. In een collectieve actie zijn op dit moment diverse vorderingen mogelijk. Echter de wet bepaalt tot op heden dat de collectieve actie niet kan strekken tot schadevergoeding in geld. Als in een collectieve actie wordt vastgesteld dat een partij aansprakelijk is ten opzichte van het collectief dan moet daarna iedere individu zelf een procedure starten om aanspraak te maken op schadevergoeding. Een collectieve actie biedt weliswaar de mogelijkheid om een bereikte schikking algemeen verbindend te laten verklaren, maar het nadeel is dat hiervoor de medewerking van beide partijen is vereist.

Het wetsvoorstel tot afwikkeling massaschade in collectieve actie brengt de verandering die hoog nodig is. Het opent de mogelijkheid om schadevergoeding toe te kennen bij een collectieve actie. Echter, voordat de rechtbank tot toewijzing van de collectieve schadevergoeding kan overgaan, dan moet aan enkele strenge voorwaarden worden voldaan. De belangrijkste voorwaarden worden hieronder besproken.

Exclusieve belangenbehartiger

De vordering tot schadevergoeding dient te worden ingesteld door een belangenbehartiger die opkomt voor de gedupeerden. Deze belangenbehartiger dient zich in te schrijven in een openbaar register. De wet stelt hoge eisen aan de belangenbehartiger. De belangenbehartiger:

  • vertegenwoordigt een achterban die voldoende representatief is;
  • beschikt over een toezichthoudend orgaan;
  • heeft mechanismen waardoor de benadeelden wiens belangen worden behartigd invloed uit kunnen oefenen op de besluitvorming;
  • dient voldoende (financiële) middelen te hebben om de vordering in te kunnen stellen;
  • heeft een website waarop wettelijk verplichte informatie wordt gedeeld, onder meer over de stand van zaken van de procedure;
  • heeft voldoende ervaring en deskundigheid ten aanzien van het instellen van de vordering tot collectieve schadevergoeding.

Indien er meerdere belangenbehartigers zijn, zal de rechtbank één exclusieve belangenbehartiger kiezen. De overige belangenbehartigers blijven partij in de procedure.

Bij de keuze tussen de verschillende belangenbehartigers dient de rechtbank onder meer te kijken naar:

  • het aantal personen waarvoor wordt opgekomen;
  • de omvang van de schade van deze personen;
  • andere werkzaamheden die de belangenbehartiger verricht voor de personen waarvoor wordt opgekomen;
  • de eerdere door de belangenbehartiger verrichte werkzaamheden en ingestelde collectieve acties.

Nederlandse rechtssfeer

De in te stellen rechtsvordering moet een nauwe band hebben met de Nederlandse rechtssfeer. Dat betekent dat meer dan de helft van de benadeelden in Nederland woonachtig is, degene tegen wie de vordering is ingesteld in Nederland gevestigd is of de gebeurtenis waar de vordering betrekking op heeft in Nederland heeft plaatsgevonden.

Opt-out regeling

Indien schadevergoeding wordt toegewezen aan een collectief dan is de uitspraak bindend voor alle in Nederland woonachtige benadeelden. Ook alle in het buitenland woonachtige benadeelden die zich hebben aangemeld, kunnen een beroep doen op de toegewezen collectieve schadevergoeding. Op deze manier wordt een zekere mate van finaliteit gecreëerd.

Het is voor de individuele benadeelden mogelijk om zich tijdens de procedure uit te schrijven. De rechter maakt aan het begin van de procedure een termijn bekend waarbinnen de individuele benadeelden kunnen kiezen voor de opt-out mogelijkheid. Indien collectieve schadevergoeding wordt toegewezen, kunnen deze benadeelden daar geen beroep op doen. Zij dienen een eigen individuele procedure te starten.

Van belang is daarbij rekening te houden met verjaring van de individuele vordering tot schadevergoeding. Een eventuele eerder gedane stuitingshandeling door de exclusieve belangenbehartiger blijft namelijk slechts tot 6 maanden na opt-out gelden.

Doel

Met het wetsvoorstel tracht de wetgever het voor de benadeelden eenvoudiger te maken collectieve schadevergoeding af te dwingen. Dit doet de wetgever door hogere eisen te stellen aan de kwaliteit van de belangenbehartiger, door de collectieve procedures te coördineren en door het creëren van finaliteit.

De regeling van de collectieve actie beoogt tevens de slaginskansen van schikkingsonderhandelingen te vergroten. Door de benadeelden de mogelijkheid te beiden om schadevergoeding af te dwingen, wordt schikken voor de aangesproken partij aantrekkelijker. Dit geldt temeer doordat de beklaagde te maken heeft met één exclusieve belangenbehartiger en sprake is van een vergaande mate van finaliteit. Ook tijdens de procedure wordt de mogelijkheid geboden om tot een collectieve schikking te komen. Zo dient de rechtbank nadat zij de exclusieve belangenbehartiger heeft benoemd een termijn te stellen waarbinnen partijen een schikking kunnen beproeven. Ook kan de rechtbank bij een collectieve actie tot schadevergoeding beide partijen bevelen een voorstel tot collectieve schadeafwikkeling te doen.

Hoe een en ander zich in de praktijk zal ontwikkelen, zal moeten worden afgewacht. Wanneer de wet precies in werking zal treden, is evenmin bekend. Het wetsvoorstel ligt op dit moment bij de Eerste Kamer. Indien de wet wordt aangenomen, is deze van toepassing op schade als gevolg van gebeurtenissen die plaats hebben gevonden vanaf 15 november 2016. De wet heeft derhalve beperkte terugwerkende kracht.

Mocht u vragen of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit artikel, aarzel dan niet contact op te nemen met een van onze specialisten.

Auteur:
Meer weten? Neem contact op met: