FACTS EN FIGURES NA ÉÉN JAAR WWZ:  84% VAN DE ONTBINDINGSVERZOEKEN WEGENS DISFUNCTIONEREN WORDT AFGEWEZEN

FACTS EN FIGURES NA ÉÉN JAAR WWZ: 84% VAN DE ONTBINDINGSVERZOEKEN WEGENS DISFUNCTIONEREN WORDT AFGEWEZEN

27 juli 2016

Recent is de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) geëvalueerd. In dit kader heeft onder meer een uitvoerige analyse van (gepubliceerde en niet gepubliceerde) rechtspraak plaatsgevonden. Dit heeft interessante resultaten opgeleverd. Zo blijken er aanmerkelijk meer afwijzingen te zijn, is er een groot verschil in afwijzingen per ontslaggrond en blijkt de gemiddelde ontslagvergoeding te zijn gehalveerd.

Het evaluatieonderzoek

De landelijke verenigingen VAAN (Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland) en VvA (Vereniging voor Arbeidsrecht) hebben in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam en CentERdata (Universiteit van Tilburg) een grootscheeps evaluatieonderzoek WWZ uitgevoerd en de resultaten daarvan geanalyseerd. Er is een enquête gehouden onder alle (meer dan 2500) leden van de VAAN en VvA, allen beroepsbeoefenaars van het arbeidsrecht (in zowel advocatuur, rechterlijke macht, vakbonden, onderwijs etc.) over de ervaringen met de WWZ en er heeft een analyse plaatsgevonden van gepubliceerde en niet gepubliceerde rechtspraak.

Voorts heeft het UWV** cijfers gepresenteerd met betrekking tot de ontslagaanvragen die bij het UWV zijn ingediend, na invoering van de WWZ.

Doelstellingen WWZ

Uit de enquête blijkt een grote meerderheid van alle beroepsgroepen van mening te zijn dat slechts twee (van de in totaal dertien) doelstellingen  zijn behaald: te weten meer rechtsgelijkheid bij ontslag en lagere ontslagvergoedingen. Een overgrote meerderheid vindt dat de navolgende doelstellingen niet zijn behaald: vereenvoudiging van ontslagrecht (94%); versterking van de rechtspositie van werknemers met een tijdelijk contract (92%); bevorderen van de doorstroom van flexibel naar vast (93%); en het aantrekkelijk maken voor werkgevers om mensen aan te nemen (91%).

Minder procedures

Uit het evaluatieonderzoek blijkt dat het aantal ontslagprocedures is afgenomen. Dat is ook niet zo gek, want de algemene opinie is immers dat het moeilijker is om een toewijzing te krijgen, werkgevers stappen dus veel minder snel naar de rechter met het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Enkele uitkomsten:

  • Het aantal ontbindingsprocedures is gehalveerd.
  • Van de ingediende ontbindingsverzoeken wordt 45% weer ingetrokken voor de zitting.
  • Daarbovenop wordt 24% op de zitting nog geregeld of betreft al een pro forma verzoek (geregelde zaak).
  • Van de ingediende ontbindingsverzoeken leidt slechts 31% tot een beschikking op tegenspraak (inhoudelijke beoordeling).

Eenzelfde tendens blijkt zich voor te doen bij de UWV procedures. Het UWV registreert het aantal ontslagaanvragen en hieruit blijkt dat opvallend minder aanvragen worden ingediend.

  • Op bedrijfseconomische gronden: voorheen 3.000 aanvragen per maand; in 2016 (t/m mei) gemiddeld 1.900 aanvragen per maand.
  • Op overige gronden: voorheen 400 aanvragen per maand; in 2016 (t/m mei) gemiddeld 280 aanvragen per maand.

Toename afwijzingen

Uit het enquête onderzoek blijkt dat 90% van de deelnemers aangeeft dat de ontbindingsprocedure is bemoeilijkt. Dit wordt bevestigd door de analyse van de rechtspraak. Enkele opvallende cijfers (hierbij zijn de pro forma / geregelde zaken niet meegerekend):

  • Het aantal afwijzingen is meer dan verdubbeld; van 15% naar 38%.
  • De d-grond (disfunctioneren) leidt in 84% van de gevallen tot afwijzing.
  • De h-grond (overige gronden) leidt in 71% van de gevallen tot afwijzing.
  • De g-grond (verstoorde arbeidsrelatie) leidt in 57%% van de gevallen tot afwijzing.

Deze cijfers zijn extra opvallend omdat het aantal verzoeken sterk is afgenomen. Dat impliceert dat werkgevers niet meer zo snel een dossier voorleggen, maar alleen met de ‘beste’ dossiers naar de rechter gaan. Van deze ‘beste’ dossiers wordt – zo blijkt – dus ook nog een groot deel afgewezen.

De uitkomsten zijn beduidend anders bij de UWV procedure:

  • In de eerste helft van 2015 werd in 66,8% van de aanvragen toestemming verleend; over de eerste 5 maanden in 2016 is dat 76,2%.
  • In de eerste helft van 2015 werd 12,4% van de aanvragen geweigerd; over de eerste 5 maanden in 2016 is dat 9,4%.
  • In de eerste helft van 2015 werd 20,8% van de aanvragen niet in behandeling genomen; over de eerste 5 maanden van 2016 is dat 14,4%.

Uit de resultaten van het UWV onderzoek is verder een opvallend gegeven dat 90% van de zaken na de eerste schriftelijke ronde reeds wordt toegewezen. Indien een tweede schriftelijke ronde volgt, leidt dit bij 60% tot een toewijzing.

Lagere vergoedingen

Sinds invoering van de WWZ hebben werknemers (24 maanden of langer in dienst) bij onvrijwillig ontslag recht op een wettelijke transitievergoeding. Voorheen bestond geen wettelijk recht op een vergoeding bij ontslag. In de ontbindingsprocedure werd veelal aangesloten bij de kantonrechtersformule die, gemiddeld en relatief genomen, resulteerde in een vergoeding van ca. 1 maandsalaris per dienstjaar. Als onderdeel van het evaluatieonderzoek is ook de hoogte van de toegewezen vergoedingen geanalyseerd. Wat heeft dit voor resultaten opgeleverd?

  • De gemiddelde transitievergoeding bedraagt 0,44 maanden per dienstjaar. Voor invoering van de WWZ bedroeg de ontslagvergoeding gemiddeld 0,98 maanden per dienstjaar.
  • Werknemers kunnen de kantonrechter verzoeken om naast de transitievergoeding ook nog een billijke vergoeding toe te kennen in het geval werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Dit wordt echter zelden toegekend. Slechts in 5,5% van de gevallen wordt een billijke vergoeding toegekend aan de werknemer.
  • Als dan een billijke vergoeding wordt toegekend bedraagt de gemiddelde hoogte 1,02 maandsalaris per dienstjaar (€ 30.105).
  • Bij geregelde zaken wordt ook regelmatig gekozen voor de constructie om een billijke vergoeding toe te kennen. De gemiddelde hoogte bedraagt dan 0,72 maandsalaris per dienstjaar (€ 13.578).

Conclusie

Het enquête onderzoek onder alle leden van de VAAN en VvA over de WWZ is niet positief. Weliswaar blijkt de gemiddelde ontslagvergoeding te zijn verlaagd, maar andere doelstellingen worden niet behaald zo is de opinie van de overgrote meerderheid.

Bovendien blijkt uit een analyse van de rechtspraak dat weliswaar de ontslagvergoeding is verlaagd als er wordt ontbonden, maar dat een werkgever in veel gevallen niet tot ontbinding komt; het aantal afwijzingen is immers fors toegenomen, tot maar liefst 84% van de verzoeken wegens disfunctioneren. 

De afname van het aantal ontbindingsverzoeken en ontslagaanvragen in combinatie met de toename van het aantal intrekkingen, lijkt de conclusie te rechtvaardigen dat werkgevers voorzichtiger zijn geworden (of nog afwachtend zijn) en minder snel overgaan tot ontslag én bovendien meer zaken geregeld worden middels een beëindigingsovereenkomst.

De conclusie luidt dan ook: flex blijft flex en vast is alleen maar vaster geworden.

 

* Bron: VAAN-VvA Evaluatieonderzoek WWZ 2016

** Bron: presentatie mr. J. Meijer en mr. M.A.I.Gerards  Evaluatiecongres WWZ 30 juni 2016

Auteur:
Meer weten? Neem contact op met: