Photo 1583324113626 70Df0f4deaab

NOW-regeling in concernverband

9 april 2020

Het UWV-loket is sinds afgelopen maandag 6 april geopend voor de aanvraag van loonsubsidie op basis van de NOW-regeling. In onze nieuwsbrief van afgelopen week heeft u kunnen lezen dat bij een subsidieaanvraag van een werkgever die onderdeel is van een ‘groep’ het omzetverlies van de gehele groep bepalend is. In deze nieuwsbrief lichten wij toe welke ondernemingen wel en welke niet kwalificeren als groepsmaatschappij zoals bedoeld in de NOW-regeling.

NOW-regeling in concernverband

Als de werkgever onderdeel is van een groep, dan wordt de subsidie uit de NOW-regeling berekend op basis van de omzetdaling van de hele groep. Sommige bedrijven met een forse omzetdaling kunnen daardoor geen of minder subsidie krijgen, omdat andere onderdelen van de groep wel goed blijven draaien.

 

Wat is een ‘groep’?

In de regeling is uitdrukkelijk aangesloten bij het wettelijk groepsbegrip (artikel 2:24b BW). Om te bepalen of er sprake is van een ‘groep’ als bedoeld in artikel 2:24b BW zijn de volgende criteria van belang:

  • Organisatorische verbondenheid: deze verbondenheid kan bijvoorbeeld blijken uit  aandeelhouderschap, statutaire voorzieningen, contracten tussen de rechtspersonen en/of vennootschappen of de aanwezigheid van een gecentraliseerd planning- en controlesysteem.
  • Centrale leiding: met centrale leiding wordt bedoeld een hiërarchische organisatiestructuur op grond waarvan een gemeenschappelijke strategie wordt gevoerd. Bijvoorbeeld wanneer één rechtspersoon de beslissingen kan nemen.
  • Economische eenheid: van een economische eenheid is alleen sprake als er ook een centrale leiding is. Als verschillende rechtspersonen voordeel van elkaar hebben (bijvoorbeeld door diensten aan elkaar te leveren, voor elkaar te produceren, of elkaar financieringen te verstrekken) kan sprake zijn van een economische eenheid.

De regeling kwalificeert bovendien een moeder-dochterrelatie sowieso als groep (dus ook als die eigenlijk niet tot een groep in de zin van artikel 2:24b BW behoren).

 

Consolidatie

Uit de wet en de toelichting bij de regeling concluderen wij dat consolidatie doorslaggevend is om te bepalen of voor de toepassing van de regeling sprake is van een ‘groep’. Een praktische keuze. Een groepshoofd is verplicht tot consolidatie van zijn financiële gegevens met die van i) zijn dochtermaatschappijen in de groep, ii) andere groepsmaatschappijen en iii) andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of iv) waarover hij de centrale leiding heeft. Bij de bepaling van de omzetdaling kan dus worden teruggegrepen op de geconsolideerde (veelal door een accountant gecontroleerde) cijfers van de groep. Op die manier kan ook eenvoudiger worden gehandhaafd.

 

Welke vennootschappen of rechtspersonen?

Alleen Nederlandse rechtspersonen en vennootschappen en vreemde rechtspersonen en vennootschappen met in Nederland verzekerd SV-loon vallen onder de regeling. Voor andere (buitenlandse) concernonderdelen geldt dat de band met Nederland zo klein is dat zij, gelet op het doel van de regeling (behoud van banen in Nederland), niet onder de regeling vallen. De omzetten van die buitenlandse concernonderdelen tellen dus niet mee voor de regeling.

De regeling (en het hiervoor over groepen bepaalde) is overigens ook van toepassing op kerkgenootschappen en publiekrechtelijke rechtspersonen.

 

Aanvraag

De subsidie kan worden aangevraagd door de werkgevers die onderdeel uitmaken van de groep. Voor alle loonheffingsnummers die horen bij de rechtspersonen of natuurlijke personen die onder de groep vallen, wordt dezelfde omzetdaling van de groep opgegeven.

Meer weten? Neem contact op met: