VASTE AANNEEMSOM VS. STELPOST: HEEFT AANNEMER RECHT OP BIJBETALING?

VASTE AANNEEMSOM VS. STELPOST: HEEFT AANNEMER RECHT OP BIJBETALING?

10 april 2017

Tijdens de uitvoering van een bouwproject wordt een aannemer regelmatig geconfronteerd met extra werkzaamheden en bijbehorende extra kosten. Wanneer kan de aannemer deze extra kosten vergoed krijgen van haar opdrachtgever? Voor de beantwoording van deze vraag, dient gekeken te worden naar alle relevante feiten en omstandigheden. Echter, met name dient gekeken te worden naar de juridische basis tussen partijen: de overeenkomst en de eventueel daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden.

De inhoud van de overeenkomst

Zoals gezegd is de inhoud van de tussen opdrachtgever en aannemer gesloten overeenkomst en eventuele van toepassing zijnde algemene voorwaarden van groot belang in de discussie rondom de vergoeding van meerwerk.

In beginsel heeft een aannemer ex artikel 7:755 BW recht op vergoeding van meerwerk, indien de aannemer zijn opdrachtgever tijdig en onderbouwd heeft gewezen op (de omvang) van het meerwerk.

In de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) is onder andere bepaald dat verrekening van meerwerk plaats vindt ingeval van afwijkingen van de bedragen van zogenaamde ‘stelposten’. Wat is een stelpost? Dit is een voorlopige – vaak in het bestek – opgenomen opgave van kosten voor specifiek uit te voeren werkzaamheden. Indien de uitgaven die ten laste van een stelpost worden gedaan hoger blijken – en aldus de voorlopige opgave van kosten wordt overschreden -, wordt deze afwijking verrekend met de aannemer.

In de overeenkomst alsmede in de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden, kan van voornoemde bepalingen worden afgeweken. Zo kan in de overeenkomst of in de algemene voorwaarden worden afgesproken dat sprake is van een vaste aanneemsom en/of kan een beroep op meerwerk (waaronder een beroep op verrekening van een stelpost) worden uitgesloten.

In die gevallen staat de aannemer met lege handen, indien zij tijdens de uitvoering van de werkzaamheden wordt geconfronteerd met extra werkzaamheden en dus extra kosten. De aannemer heeft bij het aangaan van de overeenkomst dit risico – door de overeenkomst onder die betreffende voorwaarden aan te gaan - bewust aanvaard.

Hierbij dient nog wel een kleine kanttekening te worden geplaatst. Het overeenkomen van een vaste aanneemsom en/of een uitsluiting van een beroep op meerwerk laat onverlet dat het voor een aannemer mogelijk is om de extra kosten op grond van kostenverhogende omstandigheden ex artikel 7:753 BW van de opdrachtgever vergoed te krijgen.

Praktijkvoorbeeld:

In een uitspraak van de Raad van Arbitrage voor de Bouw van 11 januari 2017 is deze discussie – of een aannemer recht heeft op vergoeding van meerwerk - voorgelegd aan arbiters.

Feiten en omstandigheden

Opdrachtgever heeft aannemer – een asbestsaneerder - opdracht gegeven om tot de asbestsanering en sloop van 58 woningen over te gaan. Partijen sloten een aannemingsovereenkomst waarop de UAV 1989 van toepassing waren. Onderdeel van de aannemingsovereenkomst was de offerte van aannemer, die als bijlage bij de overeenkomst was gevoegd.

Van belang in deze is dat de aannemer voorafgaand aan het uitbrengen van haar offerte de woningen heeft kunnen bezichtigen en dus de gelegenheid heeft gehad om de kosten die gemoeid zijn met de asbestsanering vast te stellen. De aannemer heeft ook tot tweemaal toe correcties aangebracht op de oorspronkelijke prijs voor de asbestsanering.

In de offerte staat – net als in de aannemingsovereenkomst - geen stelpost voor de sanering van asbest opgenomen en in de offerte wordt ook niet verwezen naar de in het bestek opgenomen stelpost.

Tijdens de uitvoering van de saneringswerkzaamheden is aanneemster op extra asbest gestuit en als gevolg daarvan vordert zij een vergoeding van de daardoor gemaakte extra kosten.

Het geschil

Aanneemster stelt zich op het standpunt dat in het bestek alsmede in de offerte een stelpost voor de asbestsanering is overeengekomen en zij aldus recht heeft op de werkelijk gemaakte kosten van de sanering.

De opdrachtgever stelt echter dat geen stelpost, maar een vaste prijs is overeengekomen. In de aannemingsovereenkomst staat namelijk opgenomen dat de aanneemsom ‘vast en taakstellend’ is. In de offerte van aannemer – welke onderdeel uitmaakt van de overeenkomst - staat weliswaar een drietal stelposten opgenomen, echter deze zien niet op de sanering van asbest.

Beoordeling arbiters

De arbiters oordelen dat in dit specifieke geval opdrachtgever er – gezien de inhoud van de overeenkomst en de overige omstandigheden – gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat sprake was van een vaste aanneemsom voor de asbestsanering. Het feit dat in het bestek wel wordt gesproken over een stelpost ter zake de asbestsanering maakt dit niet anders.

De vordering tot bijbetaling zijdens aannemer wordt dan ook afgewezen.

Conclusie

Geconcludeerd kan worden is dat voor de vraag of een aannemer recht heeft op vergoeding van door haar gemaakte extra kosten, alle feiten en omstandigheden van belang zijn. Met name de inhoud van een overeenkomst kan bepalend zijn voor een toe- of afwijzing van een vordering tot vergoeding van meerwerk.

Wij raden partijen aan om voorafgaand aan het sluiten van een aannemingsovereenkomst advies in te winnen en in het achterhoofd te houden wat de gevolgen zijn van eventuele handelingen en met name de inhoud van de overeenkomst en bijbehorende algemene voorwaarden.

Uiteraard kunnen wij u in dat kader reeds vooraf adviseren. Ook indien reeds sprake is van een geschil, staan wij u graag bij. 

Wilt u meer informatie over dit onderwerp, neem dan vrijblijvend contact op met onze specialisten op het gebied van aanneming van werk en asbest : Tim Segers en Inge Franken.

Auteur:
Meer weten? Neem contact op met: