CERTIFICERENDE INSTELLING MOET ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR IN ACHT NEMEN

CERTIFICERENDE INSTELLING MOET ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR IN ACHT NEMEN

12 september 2018

Vanwege de stand op de zogenaamde escalatieladder besloot een certificerende instelling het procescertificaat van een saneringsbedrijf voor 30 dagen te schorsen. Om dit te voorkomen, wendde deze saneerder zich tot LXA met het verzoek om deze schorsing te voorkomen. Nu het maken van bezwaar geen schorsende werking heeft, wendde LXA zich tevens tot de voorzieningenrechter in Zwolle om deze schorsing te krijgen. De hoofdvraag in die procedure was: hoeveel van de afwijkingen heeft het bedrijf begaan en is daarvoor voldoende bewijs om een schorsing van het procescertificaat te rechtvaardigen?

Escalatie van afwijkingen

Uit Bijlage XIIIe volgt dat om een schorsing te kunnen opleggen nodig is dat alle zes afwijkingen uit categorie II vaststaan. Omdat de zesde afwijking uit categorie II die de certificerende instelling aan zijn besluit ten grondslag had gelegd, was samengesteld uit zes afwijkingen uit categorie III (die samen worden beschouwd als één afwijking uit categorie II) was ook nodig dat deze zes afwijkingen uit categorie III komen vast te staan. Immers, indien een of meer van de afwijkingen waarop de instelling zijn besluit had gebaseerd niet vast zouden staan, kan het besluit tot schorsing van het procescertificaat niet in stand blijven.

Oordeel rechtbank

De voorzieningenrechter kwam tot het oordeel dat aanleiding bestaat een voorlopige voorziening te treffen. Het bestreden besluit was namelijk onvoldoende duidelijk, onvoldoende gemotiveerd en onvoldoende zorgvuldig tot stand gekomen. Zo is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet deugdelijk was gemotiveerd in welk opzicht het werkplan geen deugdelijke beschrijving bevat van de te nemen maatregelen inzake waarschuwing en communicatiesystemen.

De voorzieningenrechter stelde verder vast dat het beeldmateriaal waarnaar de auditrapportage verwijst niet in het dossier werd aangetroffen. Hieruit volgde dat ook deze afwijking, die namens de saneerder door LXA bestreden werd, niet deugdelijk was gemotiveerd.

Verder stonden nog drie andere afwijkingen allerminst vast. De voorzieningenrechter was dan ook van oordeel dat er een gerede kans bestaat dat niet alle afwijkingen die aan de schorsing ten grondslag waren gelegd, bij de beslissing op bezwaar als vaststaand zullen kunnen worden gehandhaafd.

Nu niet alle afwijkingen uit categorie II als vaststaand kunnen worden gehandhaafd, kan de onvoorwaardelijke schorsing voor 30 dagen volgens de rechter evenmin op deze grond worden gehandhaafd.

Conclusie

Saneringsbedrijven, maar ook inventarisatiebedrijven, die worden geconfronteerd met een sanctie, kunnen via een spoedprocedure vragen om de effectuering van het besluit op te schorten. Bij succes heeft het bedrijf de gelegenheid om eerst de afwijkingen en besluitvorming ter discussie te stellen en voor te leggen aan de bezwarencommissie van Ascert, voordat de schorsing of intrekking van het procescertificaat ingaat. Bij een succesvolle voorlopige voorziening kan het bedrijf in de tussentijd gewoon doorwerken.

Ontvangt uw bedrijf een afwijking of sanctie? Laat deze dan altijd – geheel vrijblijvend – juridisch toetsen door het asbestteam van LXA The Law Firm.

Meer weten? Neem contact op met: