Omgevingswet

BLOG 11: Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

27 oktober 2023

Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. In deze Omgevingswet zijn 26 wetten over diverse onderwerpen samengebracht. Te denken valt aan regels over bouwwerken, infrastructuur, water(systemen), bodem en lucht, landschappen en natuur en cultureel erfgoed en werelderfgoed, oftewel: de regels over de fysieke leefomgeving. En ook honderden algemene maatregelen van bestuur (amvb’s) en ministeriële regelingen moeten eraan geloven. Zij worden samengebracht in slechts vier amvb’s en één enkele Omgevingsregeling. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, treedt ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. In dit blog bespreken wij deze wet.

Wat regelt de Wkb?

Zoals in blog 9 is uitgelegd, is er bij bouwplannen niet altijd meer een vergunning nodig. Soms is het doen van een melding voldoende. De bouwactiviteit wordt dan niet meer vooraf getoetst, maar achteraf. De toets vooraf op de bouwplannen wordt vervangen door de toets in de praktijk. Een onafhankelijke kwaliteitsborger zal tijdens het bouwproces toetsen aan de bouwregels. Dit gebeurt op de bouwplaats zelf. De Wkb regelt deze controle door de kwaliteitsborgers.

Kwaliteitsborgers moeten aan verschillende wettelijke eisen voldoen. Zij moeten een actueel kennis- en opleidingsniveau en ervaring hebben over bijvoorbeeld bouwfysica, constructieve veiligheid, brandveiligheid en controle op de bouw. Een kwaliteitsborger moet ook opgenomen zijn in het register van de overheid.

De kwaliteitsborgers toetsen volgens een instrument voor kwaliteitsborging. Het instrument beschrijft op welke manier de kwaliteitsborger het toezicht op de bouw moet uitvoeren.

 

Meldingsplicht bouwactiviteit

Als er een meldingsplicht geldt voor de bouwactiviteit, dan is het aanstellen van een kwaliteitsborger verplicht. Zonder kwaliteitsborger kan er geen bouwmelding gedaan worden. Ook mag er niet begonnen worden met bouwen. De opdrachtgever, de aannemer of een andere bij de bouw betrokken partij kan de opdrachtgever zijn van de kwaliteitsborger.

 

Wanneer geldt een meldingsplicht?

Bouwwerken zijn ingedeeld in gevolgklassen. De gevolgklassen zijn bepaald aan de hand van de mogelijke gevolgen voor gebruikers. Bijvoorbeeld als gevolg van brand of het instorten van een (deel van een) gebouw. Hoe groter de gevolgen zijn als er iets misgaat, hoe hoger de gevolgklasse.

Alleen voor gevolgklasse 1 gaat de meldingsplicht gelden. Hieronder vallen bijvoorbeeld woningen, woonboten en vakantiehuisjes, en ook eenvoudige bedrijfsgebouwen, zoals opslaghallen, veestallen, productiehallen, magazijnen, kassen of werkplaatsen.

Het soort bouwwerk is dus leidend voor de vraag of er een meldingsplicht geldt en er een kwaliteitsborger moet worden aangesteld. Een overeenkomst met een aannemer is niet vereist. Dat betekent dat ook een particuliere zelfbouwer, die zelf hun huis nieuw bouwen, een kwaliteitsborger moet aanstellen.

De meldingsplicht bestaat uit een bouwmelding en een gereedmelding.

 

Bouwmelding

Uiterlijk 4 weken voor de start van de bouw en niet eerder dan een jaar moet een bouwmelding worden gedaan bij de gemeente. De bouwmelding moet verschillende informatie bevatten. Zo moet bijvoorbeeld het bouwplan en een beschrijving van de bouwactiviteit worden opgegeven. Ook moet bekend zijn wie de kwaliteitsborger is en met welk instrument voor kwaliteitsborging de kwaliteitsborger werkt. Daarnaast moet de melding ook een risicobeoordeling en een borgingsplan van de kwaliteitsborger bevatten.

Voor de start van de bouwwerkzaamheden is er een risicobeoordeling nodig die de kwaliteitsborger gebruikt voor het borgingsplan. Uit de risicobeoordeling moet volgen of er risico's zijn dat het uiteindelijke bouwwerk niet aan de bouwtechnische regels kan voldoen. Daarna wordt het borgingsplan vastgesteld. Daarin moet bijvoorbeeld staan welke maatregelen nodig zijn om de risico's in de risicobeoordeling te voorkomen of te beperken.

In de praktijk zal het nodig zijn om ruim voor het doen van een bouwmelding op tijd een kwaliteitsborger in te schakelen. Deze kan dan het bouwplan beoordelen en een risicobeoordeling en borgingsplan vaststellen.

De gemeente beoordeelt of de bouwmelding volledig is. Als dat zo is, dan mag de bouw na de termijn van 4 weken starten. Beoordeelt de gemeente binnen 4 weken dat de bouwmelding onvolledig is, dan moet de bouwmelding worden aangevuld. Er mag dan pas worden gestart met de bouw 4 weken vanaf de datum dat de melding volledig is.

 

Tijdens de bouw

Tijdens de bouw voert de kwaliteitsborger het borgingsplan uit en ziet hij toe op de bouw en het bouwplan. Als er dan strijdigheden zijn, dan laat de kwaliteitsborger dat aan de aannemer en de opdrachtgever weten. Als er problemen ontstaan die niet tijdens de bouw worden opgelost, dan moet de kwaliteitsborger de gemeente hierover informeren. De gemeente kan dan de bouw stilleggen totdat het probleem wel is opgelost.

 

Gereedmelding

Als na de bouw alles in orde is, dan geeft de kwaliteitsborger een verklaring af waarin hij vindt dat het bouwwerk voldoet aan de bouwregels. Deze verklaring is nodig voor de gereedmelding.

Voordat het bouwwerk mag worden gebruikt, moet een gereedmelding worden gedaan bij de gemeente. Dit moet minimaal 2 weken van tevoren. De gemeente beoordeelt de verklaring van de kwaliteitsborger en de overige onderdelen van het dossier. Als de gereedmelding niet volledig is, informeert de gemeente de indiener hierover en mag het bouwwerk nog niet worden gebruikt. Dat kan pas 2 weken nadat alle informatie nodig is bij de gemeente is.

Als er problemen zijn tijdens de bouw of na afronding van de bouw, dan kan de gemeente maatregelen nemen of verbieden dat het bouwwerk wordt gebruikt.

 

Veranderingen voor aannemers

De Wkb heeft niet alleen gevolgen voor personen die opdracht geven om een bouwwerk te bouwen en daarom een kwaliteitsborger moeten aanstellen. De wet zorgt ook voor wijzigingen in de relatie tussen opdrachtgevers en aannemers. De wijzigingen kunnen vooral voor de aannemers grote gevolgen hebben.

Wijzigingen zien bijvoorbeeld op de aansprakelijkheid van de aannemer als na de bouw iets mis blijkt te zijn. Ook worden nieuwe eisen aan de waarschuwingsplicht van de aannemer gesteld. Verder zullen aannemers meer gedetailleerde opleverdossiers moeten opstellen. De aannemer moet namelijk na afronding van een bouwproject informatie aanleveren aan de opdrachtgever over wat er gebouwd is.

Kortom, nieuwe uitdagingen voor aannemers waarop zij zich moeten voorbereiden. Heeft u als aannemer hierbij hulp nodig? Onze collega Inge Franken heeft al veel praktijkervaring opgedaan hierover. Zij kan u helpen bij het opstellen en beoordelen van uw contracten. Neem vrijblijvend contact met haar op.

 

Conclusie

Met de inwerkingtreding van de Wkb wordt het toezicht op de bouw van eenvoudige gebouwen uitgevoerd door kwaliteitsborgers. Het is dus niet langer de gemeente die vooraf toetst aan de bouwregels. Door middel van een meldingsplicht controleert de gemeente alleen nog maar achteraf of de juiste informatie is gegeven waaruit blijkt dat het bouwwerk voldoet aan de bouwregels.   

Heeft u vragen over deze meldingsplicht, het handelen van de kwaliteitsborger of andere vragen over de Omgevingswet en de Wkb? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

 

Hoe blijft u op de hoogte?

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wkb ontstaan nieuwe kansen en uitdagingen. Een goede voorbereiding hierop is van groot belang: wijzigen vergunningsprocedures? Leiden termijnoverschrijdingen nog automatisch tot het ontstaan van een vergunning? Hoe lang zal een vergunningsprocedure duren onder de Omgevingswet? En wat gebeurt er met een vergunningsaanvraag die vóór de invoering van de Omgevingswet wordt ingediend? Op deze vragen en meer geven wij de aankomende weken in verschillende blogs antwoord. In ons volgende blog gaan wij in op de omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit.

Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Klik hier voor een overzicht van alle geschreven blogs.

Auteur:

Regelmatig op de hoogte blijven van de laatste juridische ontwikkelingen?