Omgevingswet

BLOG 16: Handhaving onder de Omgevingswet: aandachtspunten voor de (potentieel) belanghebbende

14 december 2023

Voor wat betreft de handhaving van de Omgevingswet en de daaronder vallende decentrale regels beoogt de wetgever geen grote wijzigingen ten opzichte van het huidige stelsel. De praktijk zal volgens ons weerbarstiger blijken. Wij verwachten namelijk dat de inwerkingtreding wel degelijk grote veranderingen met zich meebrengt voor belanghebbenden. Wat kunt u verwachten? U leest het in onderstaande blog.

Vergunninghouders en nalevers van maatwerkvoorschriften opgelet!

Onder de Omgevingswet zullen naast een aantal algemene zorgplichten ook de nodige specifieke zorgplichten gaan gelden ten aanzien van bepaalde onderwerpen of activiteiten. Daarbij geldt dat niet alleen in de nieuwe rijksregels (specifieke) zorgplichten zijn opgenomen, maar ook decentrale regelgeving zoals het omgevingsplan kan zorgplichten bevatten.

Voor de specifieke zorgplichten geldt dat deze van toepassing blijven naast dan wel ter aanvulling op eventuele vergunningvoorschriften en/of maatwerkvoorschriften ten aanzien van activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving. Dit betekent concreet dat het handelen conform deze voorschriften geen garantie biedt tegen handhavend optreden door de bevoegde overheidsinstantie (op basis van deze specifieke zorgplichten). Onder omstandigheden kan op basis van een specifieke zorgplicht dus worden verlangd dat activiteiten op een (gedeeltelijk) andere wijze worden uitgevoerd dan bijvoorbeeld bij vergunningvoorschrift is voorzien. Dit is van belang voor zowel houders van vergunningen verleend voor inwerkingtreding van de Omgevingswet als voor aanstaande vergunninghouders na de inwerkingtreding per 1 januari 2024.

Voor aanstaande vergunninghouders geldt dat onder het nieuwe stelsel mogelijk een stuk compactere vergunningvoorschriften kunnen worden opgelegd in geval van activiteiten waarop (specifieke) zorgplichten van toepassing zijn. In dat geval hebben vergunninghouders onder de Omgevingswet minder (rechts)zekerheid over de geoorloofde uitvoeringswijze van hun activiteiten.

 

Meer zekerheid nodig over de geoorloofde uitvoeringwijze van een activiteit die wordt gereguleerd door een open norm?

Onder de Omgevingswet zullen activiteiten niet alleen verhoudingsgewijs vaker worden gereguleerd door algemene regels; ook bevatten deze regels meer open normen. Dit vormt een uitwerking van de wens om te komen tot meer flexibiliteit in de sturing door overheden ten aanzien van activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving. Hoewel open normen geen nieuw fenomeen zijn in het omgevingsrecht, betekent de toename van het aantal open normen een groter risico op discussies over de gewenste invulling hiervan in concrete gevallen.

Soms kan het wenselijk zijn dat bestuursorganen een nadere verduidelijking geven over de randvoorwaarden aan uitvoering van activiteiten die al dan niet gedeeltelijk worden gereguleerd door middel van open normen. Hiermee kunnen onnodige handhavingsacties worden voorkomen. Overheden hebben diverse mogelijkheden tot hun beschikking om daar in concrete gevallen – ambtshalve of op verzoek - in te voorzien. Voor belanghebbenden geldt dat zij wel altijd moeten checken of zij ook daadwerkelijk rechten (of plichten) kunnen ontlenen aan de uitleg die wordt gegeven over de invulling van een open norm.

 

Omgevingswet creëert meer mogelijkheden voor het opleggen van bestuurlijke boetes

Waar de handhaving van het omgevingsrecht onder het huidige stelsel wordt gekenmerkt door het relatief grote aantal herstelsancties, biedt de Omgevingswet meer opties om, al dan niet in combinatie met een herstelsanctie, een bestuurlijke boete op te leggen.

 

Lik-op-stuk-boete bij overtreding regels omtrent gebruik, bouw en sloop van bouwwerken

Omdat strafrechtelijke vervolging voor relatief kleine overtredingen onwenselijk wordt gevonden, creëert de Omgevingswet een bevoegdheid om voor deze overtredingen een bestuurlijke boete op te leggen. Nieuw is dat alleen een boete kan worden opgelegd in geval van recidive binnen een periode van twee jaar. Wel is het zo dat bij de vaststelling of sprake is van recidive ook (eenzelfde) overtredingen die door andere overheidsinstanties zijn geconstateerd kunnen worden betrokken.

 

Nieuw: bestuurlijke boete voor BRZO-bedrijven bij overtreding milieuregels

De milieuregels op grond van de Seveso-richtlijn kunnen straks worden gehandhaafd door middel van een bestuurlijke boete. Nu de wetgever voor wat betreft de bepaling van de hoogte van de boete aansluiting heeft gezocht bij het strafrecht, kunnen fikse boetes worden opgelegd die oplopen tot maximaal tien procent van de jaaromzet. De bevoegde bestuursorganen zullen onder de Omgevingswet beleid voeren over bepaling van de tarieven. Daarbij geldt dat bedrijven invloed kunnen uitoefenen op de uiteindelijke hoogte van de boete, nu deze dient te worden afgestemd op de mate van verwijtbaarheid ten aanzien van een vastgestelde overtreding. Onze specialisten hebben ruime ervaring met het gebied van onder meer handhavingsgeschillen rondom asbest en andere gevaarlijke stoffen. Bij vragen of advies kunt u vrijblijvend contact opnemen.

 

Uitgelicht: reikwijdte boetebevoegdheid bij overtredingen van het omgevingsplan

Ook nieuw onder de Omgevingswet is de bevoegdheid om een boete op te leggen voor overtreding van de regels in het omgevingsplan, voor zover deze zien op het gebruik of de staat van open erven of terreinen of het gebruik van gebouwen, of over het tegengaan van hinder. De praktijk zal moeten uitwijzen in welke gevallen gemeenten daadwerkelijk zullen overgaan tot het opleggen van een boete en of deze boete kan standhouden gelet op het algemene karakter van deze grondslag voor boeteoplegging.

 

Bevoegd gezag krijgt afwegingsmogelijkheid ten aanzien van keuze tussen bestuurlijke boete of strafrechtelijke afdoening

Onder de Omgevingswet kunnen voor de nodige overtredingen zowel bestuursrechtelijke als strafrechtelijke sancties worden opgelegd. Ook onder de Omgevingswet geldt echter een verbod op dubbele vervolging en bestraffing. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt een verplichting om het openbaar ministerie in de gelegenheid te stellen om al dan niet te beslissen tot strafrechtelijk optreden ten aanzien gedragingen die kwalificeren als strafbaar feit, voordat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Onder de Omgevingswet geldt deze verplichting alleen wanneer de ernst van de overtreding of omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, daartoe aanleiding geven. Hoewel tussen de bevoegde bestuursorganen en het openbaar ministerie afspraken zijn gemaakt over de afstemming en taakverdeling, krijgen overheden onder de Omgevingswet dus de ruimte om een eerste eigen afweging te maken ten aanzien van de vraag of aanleiding bestaat voor een strafrechtelijke afdoening.

 

Meer weten?

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Wenst u meer inzicht of zekerheid ten aanzien van de (mogelijke) handhavingsrisico’s bij het verrichten van bestaande of nieuwe activiteiten onder de Omgevingswet of zoekt u advies ten aanzien van een voorgenomen of opgelegde sanctie? Onze specialisten denken graag met u mee.

Benieuwd naar de wijzigingen ten aanzien van andere thema’s in relatie tot de Omgevingswet? Klik hier voor een overzicht van alle blogs uit onze blogreeks.

Auteur:

Regelmatig op de hoogte blijven van de laatste juridische ontwikkelingen?