Matthew Hamilton V Cxsrohkwg Unsplash

Niet-geïnventariseerd asbest: nieuwe sloopmelding?

23 maart 2020

Het komt vaak voor dat op een saneringslocatie niet-geïnventariseerd asbest wordt aangetroffen. Het saneringsbedrijf laat dan een nieuwe inventarisatie maken en stelt het bevoegd gezag in kennis. Mag hij dan doorwerken? Of moet het bedrijf een nieuwe sloopmelding indienen?
De sloopmelding

Zowel omgevingsdiensten als de saneringsbranche benaderen ons veelvuldig met deze vraag. Mag het bedrijf na een aanvullende inventarisatie direct doorwerken? Of moet hij een nieuwe sloopmelding indienen (met een wachttijd van 4 weken)?

Art. 1.26 Bouwbesluit 2012 bepaalt dat 4 weken voor aanvang van sloop- en/of asbestwerkzaamheden een sloopmelding moet worden ingediend.  Afwijken van deze melding is verboden (lid 4). Ook het slopen zonder of in afwijking van de melding is verboden (lid 1). Lid 6 bepaalt welke gegevens en documenten bij de melding moeten worden ingediend. Eén daarvan is het inventarisatierapport. Indien asbest wordt ontdekt dat niet in het inventarisatierapport is opgenomen, dan bepaalt lid 8 dat wordt het bevoegd gezag daarvan onmiddellijk in kennis moet worden gesteld.

De discussie tussen de branche spitst zich toe op de vraag of het saneringsbedrijf direct na de in kennis stelling (lid 8) mag doorwerken, of dat hij eerst een nieuwe sloopmelding moet indienen.

Het dilemma

De omgevingsdienst wil eerst het nieuwe inventarisatierapport kunnen controleren en accorderen, alvorens wordt doorgewerkt. Toezichthouders van omgevingsdiensten stellen zich dan ook vaak op het standpunt dat ook een nieuwe sloopmelding moet worden ingediend. Anders wordt in afwijking van de sloopmelding gewerkt, aldus het betoog.

Saneringsbedrijven hebben daarentegen een groot belang om direct door te kunnen werken. In het ergste geval ligt anders het werk 4 weken stil. Dat kan leiden tot een flinke kostenpost als gevolg van vertraging.

De bestuursrechter aan zet?

Wat ons betreft zijn beide standpunten verdedigbaar. Wel vinden wij het wrang dat een saneringsbedrijf 4 weken vertraging oploopt als nieuw asbest wordt ontdekt? Omdat de wetgever op dit punt niet duidelijk is, zou het goed zijn als bestuursrechter klare wijn schenkt over de interpretatie van artikel 1.26 Bouwbesluit 2012.

Praktische oplossing?

Zolang deze vraag niet aan de bestuursrechter is voorgelegd, adviseren wij vaak een praktische oplossing. Artikel 1.29 Bouwbesluit 2012 biedt namelijk de mogelijkheid om nadere voorwaarden aan de sloopmelding te verbinden. Veel omgevingsdiensten doen dat al door een asbestparagraaf als voorwaarde op te nemen. In die paragraaf kunnen ook voorwaarden worden gesteld hoe om te gaan met niet gerapporteerd asbest.

Goede voorwaarden kunnen eraan bijdragen dat omgevingsdiensten de mogelijkheid krijgen eerst het aanvullende rapport te beoordelen en te accorderen, terwijl asbestsaneringsbedrijven niet direct vier weken vertraging oplopen.

Advies

Heeft u een dergelijke situatie aan de hand of wilt u meer informatie? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Meer weten? Neem contact op met: