Photo 1507679799987 C73779587ccf (1)

Herplaatsingsplicht in reorganisatie: kan van een werkgever ook worden verlangd een passende functie te creëren?

29 januari 2021

Inleiding

Werknemer is sinds 2007 werkzaam bij Nedtrain als monteur op de afdeling TM. In 2011 heeft Nedtrain besloten dat alle medewerkers binnen TM over minimaal een afgeronde WEB 2-opleiding moeten beschikken . Dat is een op de organisatie afgestemde opleiding op MBO2 niveau. Aanleiding voor dit besluit was onder meer de instroom van nieuw materieel met andere geavanceerde techniek en systemen.  Nedtrain heeft hierover afspraken (en een sociaal plan) met de vakbonden gemaakt waarin o.a. is afgesproken dat indien een medewerker niet in staat blijkt om de benodigde diploma’s te behalen voor een reguliere passende functie, er geen functies worden ‘gecreëerd’. 
Uit een extern onderzoek in 2016 komt naar voren dat er geen werkzaamheden/plaats is binnen de organisatie voor ongekwalificeerde medewerkers. Het creëren van zgn. niveau 1 functies is volgens het rapport mogelijk, maar die functies zouden vanwege het toezicht dat er op moet worden gehouden leiden tot dubbele bezetting en dus te hoge kosten.

Nedtrain heeft op maat gemaakte opleidingen gefaciliteerd. Werknemer heeft een opleiding gevolgd maar is daarbij uitgevallen. Op 1 augustus 2018 is bij werknemer een capaciteitentest afgenomen, met als uitslag dat hij niet voldoet aan het minimale MBO 2-niveau. Daarop heeft Nedtrain aan werknemer geschreven dat hij met ingang van 1 oktober 2018 de premobiliteitsstatus krijgt en dat deze status uiterlijk duurt tot 1 februari 2019. Werknemer dient hiertegen een klacht in bij de begeleidingscommissie die ongegrond wordt verklaard. In februari 2019 schrijft Nedtrain aan de werknemer dat hij boventallig wordt verklaard en dat de bemiddelingstermijn 18 maanden is en uiterlijk 1 augustus 2020 eindigt. Sinds februari 2020 werkt werknemer niet meer en heeft hij -zonder positief resultaat- een outplacementtraject gevolgd, zodat er uiteindelijk een ontslagaanvraag wordt ingediend.  

 

Oordeel UWV

De werkgever wordt echter geconfronteerd met een enorme tegenvaller, want ondanks het hiervoor beschreven uitgebreide/lange voortraject en alle genoemde inspanningen, weigert het UWV bij besluit van 31 augustus 2020 de gevraagde ontslagtoestemming omdat onvoldoende herplaatsingsinspanningen zijn verricht.
Het UWV overweegt daarbij dat de niveau 2-eis niet onredelijk voorkomt, maar dat creëren van niveau 1 functies wél mogelijk is. M.a.w. ondanks de afspraak met vakbond (geen nieuwe functies creëren), en de conclusie uit het onderzoek dat het creëren van niveau 1 functies leidt tot te hoge kosten, verwacht UWV tóch dat er een plek voor deze werknemer wordt gecreëerd.

De werkgever gaat tegen deze afwijzing in beroep, en vraagt de kantonrechter om de  arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden op grond van bedrijfseconomische redenen.

 

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter ontbindt wél, en overweegt daarbij het volgende.

Volgens de kantonrechter is sprake van een redelijke ontslaggrond (vervallen van de arbeidsplaatsen wegens bedrijfseconomische redenen). Daarbij merkt de kantonrechter op dat het uitgangspunt is dat het een werkgever vrij staat om voor een bepaalde bedrijfsvoering en inrichting van zijn onderneming te kiezen, ook als dat leidt tot een organisatieverandering met verlies van arbeidsplaatsen. Nedtrain heeft volgens de kantonrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat  als gevolg van haar keuze voor functies op minimaal niveau 2, alle functies op niveau 1 op structurele basis zijn verdwenen. De Kantonrechter overweegt:

5.10. De verplichting tot herplaatsing beoogt niet een resultaatsverplichting van de werkgever tot herplaatsing in het leven te roepen. Het gaat om hetgeen in de gegeven omstandigheden in redelijkheid van de werkgever kan worden gevergd (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 18  januari 2019, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL: HR:2019:64 (Siep)). Ook redelijkheidsargumenten kunnen daarbij dus een rol spelen, waarbij de werkgever een zekere beoordelingsruimte wordt gelaten.

De kantonrechter is verder van mening dat herplaatsing van deze medewerker binnen een redelijke termijn niet mogelijk is. Nedtrain heeft de medewerker immers al verschillende opleidingsmogelijkheden geboden om aan de gewijzigde functie-eisen te voldoen. Uit de stukken blijkt dat dit niet haalbaar is. Ook heeft het outplacementtraject niet tot een positief resultaat geleid.

Alles overwegend oordeelt de kantonrechter dat in redelijkheid niet van Nedtrain kan worden verlangd dat zij een functie op niveau 1 voor werknemer creëert. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding (en niet de in het in het sociaal plan opgenomen hogere vergoeding).

 

Conclusie

Deze uitspraak bevestigt hoe belangrijk het is om voldoende aandacht te besteden aan het onderwerp ‘herplaatsing’ in (het voortraject van) een reorganisatie. Zie hierover ook onze andere nieuwsbrieven: Nieuwe spelregels UWV bij reorganisatie en Trends in reorganisatieland


Menigeen zal hebben gedacht dat deze werkgever met zo’n lang en uitgebreid traject (opleiding en bemiddelingsperiode) bij UWV niet vast zou  lopen op haar herplaatsingsinspanningen. Toch gebeurde dat.  Het is goed om te weten dat hier door een rechter een nuancering op is gemaakt. De herplaatsing is volgens deze rechter geen resultaatsverplichting, maar het is nog steeds wel een belangrijke inspanningsverplichting.  Houd daar bij een reorganisatie dus goed rekening mee.

 

Vindplaats: ECLI:NL:RBNHO:2021:155