Email 4539382 640

Relatiebeding in een franchiserelatie

29 juni 2021

Kun je een concurrentiebeding en een relatiebeding over één kam scheren? Wij vinden van niet.

In de vorige nieuwsbrief franchise besprak ik in het artikel Postcontractueel non-concurrentiebeding: Onmisbaar voor bescherming Knowhow aan de hand van een uitspraak van een voorzieningenrechter welke voorwaarden aan gebruik van een postcontractueel concurrentiebeding zijn verbonden. In die uitspraak paste de rechter het wettelijke kader dat voor een concurrentiebeding geldt ook toe op een relatiebeding. Dat is naar onze mening onjuist.

Toetsingskader concurrentiebeding
Kort herhaald; een postcontractueel concurrentiebeding is volgens artikel 7:920 lid 2 BW slechts geldig als aan de volgende vijf voorwaarden is voldaan:

  1. het beding is op schrift gesteld;
  2. de beperking tot uitoefening van werkzaamheden enkel betrekking heeft op goederen of diensten die concurreren met de goederen of diensten waarop de franchiseovereenkomst betrekking heeft;
  3. de beperking onmisbaar is om de door de franchisegever aan de franchisenemer overgedragen knowhow te beschermen;
  4. het de duur van een jaar na het einde van de franchiseovereenkomst niet overschrijdt; en
  5. de geografische reikwijdte niet ruimer is dan het gebied waarbinnen de franchisenemer de franchiseformule op grond van de betreffende franchiseovereenkomst heeft geëxploiteerd.

Zelfde toetsingskader relatiebeding?
De aard en ratio van het relatiebeding is een andere dan het concurrentiebeding waarop artikel 7:920 lid 2 BW ziet:

  • Bij het concurrentiebeding gaat het om het verbieden dat bepaalde werkzaamheden worden verricht (‘op een zekere wijze werkzaam te zijn’).
  • Bij een relatiebeding gaat het niet om het verrichten van bepaalde werkzaamheden, maar om het niet mogen leggen van (zakelijke) contacten met bepaalde (rechts)personen.

Ook de voorwaarden uit in artikel 7:920 lid 2 BW dat:

  1. het beding beperkt moet zijn tot goederen of diensten die concurreren met de goederen of diensten waarop de franchiseovereenkomst betrekking heeft, en
  2. de geografische reikwijdte niet ruimer mag zijn dan het gebied waarbinnen de franchisenemer de franchiseformule heeft geëxploiteerd,

passen niet goed bij een relatiebeding, want:

  • Je wilt dat het relatiebeding een verbod op zakelijk contact in algemene zin inhoudt. Niet alleen op contact over concurrerende goederen of diensten;
  • Je wilt dat het relatiebeding ziet op alle ‘klanten’. Niet alleen om klanten die qua woonplaats of vestigingsplaats zitten in het voormalige werkgebied van de oud-franchisenemer.

Kortom, wij van mening dat artikel 7:920 lid 2 BW (althans de voorwaarden onder b t/m e van dat artikel) niet van toepassing zijn op een postcontractueel relatiebeding in een franchiseovereenkomst.

 

Contact 

Wilt u meer informatie over franchise, neem dan vrijblijvend contact op met onze specialisten: franchise@lxa.nl